NJI: ‘Help kind met druk gedrag via ouder’
Nieuws uit het jeugdveld (publicatie Nederlands Jeugdinstituut)
De zorg voor kinderen met druk gedrag of gedragsproblemen maakt te weinig gebruik van de beschikbare kennis over effectiviteit. Behandeling van het kind zelf is vaak weinig effectief, terwijl training van ouders en leerkrachten wel goed werkt. Dat stelde Barbara van den Hoofdakker op 11 maart in haar oratie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Kinderen die moeite hebben om hun gedrag en aandacht goed te reguleren, lopen het risico om op langere termijn ernstige problemen te ontwikkelen, zoals depressie, middelengebruik of delinquentie. Tijdige behandeling is belangrijk voor deze groep, aldus Van de Hoofdakker, hoogleraar Behandeling van gedragsproblemen bij kinderen. Training van de vaardigheden waar deze kinderen moeite mee hebben, is vaak niet effectief. Ze krijgen bijvoorbeeld socialevaardigheidstrainingen, neurofeedback en werkgeheugentraining aangeboden.
Positief opvoedgedrag
Een training voor ouders in het omgaan met het gedrag van hun kind werkt juist wel, zegt Van den Hoofdakker. Na een training vertonen ouders vaker positief opvoedgedrag, zoals complimenten geven en duidelijke grenzen stellen. Ze gebruiken minder vaak negatieve strategieën, zoals hard straffen of inconsequent reageren. Ze voelen zich minder machteloos als opvoeder en hun relatie met hun kind verbetert. Ook leerkrachten trainen in het omgaan met gedragsproblemen in de klas is effectief.
Veel kinderen krijgen echter niet de hulp waarvan bekend is dat die effectief is, aldus Van de Hoofdakker. Zo bleek uit een dossierstudie bij kinderen die medicatie kregen voor ADHD, dat maar de helft van de ouders ondersteuning kreeg. Ook kregen veel kinderen behandelingen waarvan niet bekend is of ze voor hen effectief zijn, zoals speltherapie, weerbaarheidstraining en therapie met dieren. Uit twee andere studies bleek dat veel scholen geen behandel- en begeleidingsaanbod hadden voor kinderen met gedragsproblemen. En scholen die dat wel hadden, gebruikten vrijwel uitsluitend methoden waarvan de effectiviteit voor de doelgroep onbekend is.
Gezamenlijke richtlijnen
Voor de implementatie van effectieve psychologische behandelingen is te weinig geld beschikbaar, stelt Van den Hoofdakker. Het helpt ook niet dat verschillende beroepsgroepen in het jeugdveld elk hun eigen richtlijnen hebben voor dezelfde problemen, en dat die elkaar op onderdelen soms tegenspreken. Ze pleit ervoor dat ontwikkelaars van richtlijnen gaan werken aan gezamenlijke richtlijnen voor gedragsproblemen bij kinderen.
Duurzame resultaten
Voor professionals is het belangrijk dat ze weten welke interventies werken, zegt Inge Bastiaanssen van het Nederlands Jeugdinstituut. ‘Daarnaast hebben gemeenten veel belang bij kennis over effectieve interventies. Dan weten ze welke hulp ze het beste kunnen inkopen. Interventies die werken, leveren duurzame resultaten op, met economische voordelen voor gemeenten. En bovenal betekent het voor kinderen en ouders dat ze werkelijk hulp krijgen die hen helpt.’
Bron: Rijksuniversiteit Groningen